Algemeen.
Het spel is geschikt voor leeftijden vanaf 4 jaar.
Je speelt het spel meestal met twee tot vier à maximaal vijf personen. De speelduur is 10 tot 20 minuten per keer dat je het spel speelt.
Het spel begint met alle kaarten op tafel waarbij de achterkanten van de kaarten naar boven liggen. Omdat de kaarten omgekeerd liggen, weet je niet welke kaarten, waar liggen.
De jongste speler mag beginnen.
Als je aan de beurt bent draai je twee kaarten om en als deze kaarten hetzelfde zijn, mag je ze uit het spel nemen en houden. Daarna mag je nogmaals twee kaarten omdraaien.
Als de twee kaarten niet hetzelfde zijn, laat je de kaarten even aan iedereen zien en vervolgens leg je deze kaarten weer met de achterkanten naar boven terug op de plekken waar je ze omdraaide. Daarna mag degene die links naast je zit, twee kaarten omdraaien. Probeer te onthouden waar een bepaalde kaart ligt, ook als je niet aan de beurt bent.
Het spel is afgelopen als er geen kaarten meer zijn die omgedraaid kunnen worden. Wie aan het eind van het spel de meeste kaarten met telkens twee dezelfde afbeeldingen kon omdraaien, heeft gewonnen.
Als je het spel met heel jonge kinderen speelt.
Als je het spel met jonge kinderen speelt, is het voor hen gemakkelijker om het spel met minder kaarten te spelen.
We adviseren voor kinderen van 4 en 5 jaar te beginnen met 8 of 10 verschillende afbeeldingen, dus 16 of 20 kaarten.
Als je speelt met kinderen van 6 of 7 jaar kan je het best beginnen met de helft van het spel, dat zijn 16 verschillende afbeeldingen en 32 kaarten.
Als je het spel alleen speelt.
Als je het spel alleen speelt, speel je tegen de tijd en kijk je hoe lang je er over doet om de kaarten per twee gelijke kaarten te verzamelen.
Hou jezelf niet voor de gek en hussel de kaarten net zolang totdat je niet meer weet waar welke kaart ligt.
Als je snel bent, kan je alle paren verzameld hebben binnen 3 minuten, als je heel snel bent, kan het zelfs binnen 2 minuten.
